Contact

Bel (030) 273 93 84

Uitkomstmaten

Revalidatie Impact Scores geven behandelresultaten binnen de MSR weer op basis van met meetinstrumenten verzamelde data. Het gaat om het verschil tussen de uitkomst van de meting bij de start van de behandeling en de uitkomst van de meting aan het eind van de behandeling. Op dit moment worden er gegevens verzameld met drie meetinstrumenten: de Utrechtse Schaal voor de Evaluatie van klinische Revalidatie (USER), de Pain Disability Index (PDI) en de Canadian Occupational Performance Measure (COPM).

De USER en de PDI zijn meetinstrumenten die al breed worden toegepast in de sector. Bij de USER worden de behandelresultaten in beeld gebracht voor klinische CVA-patiënten. Bij de PDI gebeurt dit voor patiënten met chronische pijn. Ook de COPM wordt binnen de sector al breed toegepast bij zowel volwassen patiënten als kinderen. Voor de weergave van uitkomstmaten binnen Stichting Revalidatie Impact, worden alleen voor twee specifieke groepen kinderen de COPM resultaten aangeleverd.

Ter voorbereiding op de uitbreiding van de set uitkomstmaten, loopt er een pilot met betrekking tot de Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS) en de 6Minuten Wandel Test (6MWT).

De voorbereidende informatie en de data dictionary beschrijven hoe deze meetinstrumenten in de Revalidatie Impact Scores dataset terecht moeten komen.

 

Utrechtse Schaal voor de Evaluatie van klinische Revalidatie (USER)

De USER is een generieke uitkomstmaat om het resultaat van de klinische revalidatie te meten. De vragen van de USER worden gescoord en ingevuld door een behandelaar. De eindscore wordt gevormd door de optelsom van de scores.

De USER, bestaat uit 30 items in 6 domeinen: mobiliteit, zelfverzorging, cognitief functioneren, pijn, vermoeidheid en stemming. Voor Revalidatie Impact Scores is aanlevering voor alleen de domeinen mobiliteit en zelfverzorging verplicht. Het domein mobiliteit gaat over zitten, staan, lopen/rolstoel rijden en traplopen. Het domein zelfverzorging gaat over wassen, kleden, toiletgang en continentie. Aanlevering van andere domeinen is ook gewenst, maar niet bij elke patiënt te realiseren. De aanlevering van resultaten op de domeinen cognitief functioneren, pijn, vermoeidheid en stemming is daarom optioneel in de aanlevering aan Revalidatie Impact Scores.

Klik hier om naar de meest actuele versie van het meetinstrument te gaan.

 

Pain Disability Index (PDI)

De PDI is een vragenlijst met 7 vragen over de invloed die pijnklachten op iemands leven hebben. De patiënt vult deze vragenlijst in (PROM). Het instrument meet iemands beperkingen in het uitvoeren van allerlei dagelijkse activiteiten: de mate van “sociale hinder”. Het gaat om de gemiddelde invloed van de pijn, niet als de pijn het ergst is. De vragenlijst bestaat uit zeven items die elk één deelgebied vertegenwoordigen:

  1. Familiare en huishoudelijke verantwoordelijkheden.
  2. Recreatie.
  3. Sociale activiteiten.
  4. Beroep.
  5. Seksuele activiteiten.
  6. Zelfverzorging.
  7. Basale levensbehoeftes.

De vragen kunnen gescoord worden van 0 tot 10. De optelsom is de eindscore.

Klik hier om naar de actuele versie van het meetinstrument te gaan.

 

Canadian Occupational Performance Measure (COPM)

Het is belangrijk dat het revalidatietraject gericht is op wat de revalidant zelf wil, wat voor hem of haar betekenisvol is. Het gebruik van de Canadian Occupational Performance Measure (COPM) biedt daarbij een waardevolle ondersteuning. De COPM identificeert de belangrijkste problemen die de patiënt ervaart in het dagelijks handelen en meet de verandering in het beeld dat de patiënt heeft van zijn handelen gedurende het behandelproces. Bij jonge kinderen betreft dit de door de ouder geobserveerde problemen. De patiënt of diens ouder maakt samen met de therapeut een selectie uit de items van de belangrijkste problemen (max. 5) en beoordeelt elk probleem op een schaal van 1 tot 10 op de twee hoofdscores: uitvoering en tevredenheid. Vervolgens worden de scores bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aantal problemen. Door per hoofdscore (uitvoering en tevredenheid) de scores van de beginmeting en eindmeting met elkaar te vergelijken, wordt inzicht gekregen in de mate waarin de patiënt (en/of diens ouder) vooruitgang ervaren op de geformuleerde problemen.

De COPM wordt door zorgverlener en de patiënt en/of diens ouder samen ingevuld. De COPM-uitkomsten worden verzameld voor de Therapeutische Peuter Groep (TPG) en Mytylschoolkinderen in de leeftijd tot en met 8 jaar;

Klik hier om naar de meest actuele versie van het meetinstrument te gaan.

Klik hier voor de InfoWijzer COPM, met daarin de bijzonderheden over afname en data verzameling.

 

Heb je een vraag?

Neem contact op